Ken je dat gevoel dat je soms merkt dat je niet meer zo soepel beweegt als vroeger? Nou, dat komt omdat je lichaam al begint te verouderen vanaf je 25e. Eline van der Kruk, een biomechanisch ingenieur van de TU Delft, legt uit wat er met je lichaam gebeurt naarmate je ouder wordt. Je zult misschien merken dat je wat langzamer loopt, de trapleuning sneller vastpakt, of voorzichtiger beweegt. Waarom gebeurt dit allemaal? Nou, onze botten en spieren beginnen al te verslechteren vanaf ons 30e levensjaar, en de aansturing van onze bewegingen gaat zelfs al achteruit vanaf ons 25e. Klinkt misschien niet zo leuk, maar het is allemaal onderdeel van het verouderingsproces.
Wat gebeurt er met ons lichaam vanaf de leeftijd van 25?
Achteruitgang van botten en spieren vanaf 30 jaar
Vanaf de leeftijd van 30 jaar beginnen onze botten en spieren langzaam achteruit te gaan. Elk jaar worden onze botten een beetje brozer en zwakker. Dit betekent dat we meer kans hebben op blessures en botbreuken. Daarnaast neemt onze spiermassa jaarlijks met 3 tot 5% af. Dit betekent dat we elk jaar een beetje zwakker worden en minder spierkracht hebben. Dit kan leiden tot verminderde mobiliteit en kracht.
Achteruitgang van aansturing vanaf 25 jaar
Onze aansturing, ofwel de manier waarop onze hersenen signalen sturen naar onze spieren, begint al vanaf de leeftijd van 25 jaar achteruit te gaan. Het duurt steeds langer voordat een signaal van de hersenen naar de spieren wordt gestuurd, wat resulteert in vertragingen in onze bewegingen. Dit kan invloed hebben op ons evenwicht, coördinatie en reactievermogen.
Effect op looppatroon en risico op vallen
Als gevolg van de achteruitgang in botten, spieren en aansturing, ervaren we veranderingen in ons looppatroon naarmate we ouder worden. We nemen kleinere stapjes, gaan breder lopen en staan steviger. Deze aanpassingen zijn bedoeld om ons evenwicht te bewaren en het risico op vallen te verminderen. Daarnaast merken we ook dat onze loopsnelheid vertraagt naarmate we ouder worden. Waar jongvolwassenen gemiddeld 5 kilometer per uur lopen, lopen ouderen eerder op 3,5 kilometer per uur.
Beweging en spieren:
Belang van spieren voor beweging
Spieren spelen een cruciale rol in ons vermogen om te bewegen. Ze zijn verantwoordelijk voor het genereren van kracht en het mogelijk maken van beweging. Sterke spieren zijn essentieel voor het behouden van een goede lichaamshouding, stabiliteit en het uitvoeren van dagelijkse activiteiten.
Afname spiermassa vanaf 30 jaar
Helaas begint onze spiermassa vanaf de leeftijd van 30 jaar af te nemen. Gemiddeld verliezen we elk jaar 3 tot 5% van onze spiermassa. Dit leidt tot verlies van kracht en verminderde spierfunctionaliteit. Het is daarom belangrijk om regelmatig aan krachttraining en andere vormen van lichaamsbeweging te doen om spierafbraak tegen te gaan en spierkracht te behouden.
Botten en gewrichten:
Brozer wordende botten vanaf 30 jaar
Naast spieren hebben ook onze botten een belangrijke rol in ons bewegingsapparaat. Vanaf de leeftijd van 30 jaar worden onze botten elk jaar een klein beetje brozer en zwakker. Dit maakt ons meer vatbaar voor botbreuken en kan leiden tot aandoeningen zoals osteoporose. Het is belangrijk om voldoende calcium en vitamine D binnen te krijgen om de gezondheid van onze botten te ondersteunen.
This image is property of i.ytimg.com.
Zenuw- en zintuigstelsel:
Achteruitgang van gehoor en evenwichtsorgaan vanaf 20-25 jaar
Ons zenuw- en zintuigstelsel speelt een essentiële rol bij het controleren van onze bewegingen. Helaas begint ons gehoor al een beetje achteruit te gaan vanaf de leeftijd van 20 jaar en verslechtert ons evenwichtsorgaan vanaf de leeftijd van 25 jaar. Dit kan resulteren in verminderd evenwicht en problemen met het detecteren van geluiden om ons heen.
Vertraging in signaaloverdracht van hersenen naar spieren
Naast de achteruitgang van het gehoor en het evenwichtsorgaan, ervaren we ook vertragingen in de signaaloverdracht van onze hersenen naar onze spieren. Hierdoor kan het langer duren voordat we onze spieren kunnen aanspannen of ontspannen, wat gevolgen heeft voor onze bewegingscontrole en reactievermogen.
Veranderingen in loopgedrag naarmate we ouder worden:
Kleinere stapjes nemen
Naarmate we ouder worden, nemen we vaak kleinere stapjes bij het lopen. Dit kan te wijten zijn aan verminderde spierkracht en evenwicht, evenals de behoefte aan meer stabiliteit tijdens het lopen.
Breder lopen en steviger staan
Oudere mensen hebben de neiging om iets breder te lopen en steviger te staan. Dit dient als een compensatiemechanisme om het evenwicht te bewaren en het risico op vallen te verminderen.
Vertraging in loopsnelheid
Een andere verandering die we kunnen opmerken naarmate we ouder worden, is een vertraging in onze loopsnelheid. Dit kan te wijten zijn aan achteruitgang in spierkracht, aansturing en algehele mobiliteit.
Doelen en aanpassingen in beweging:
Verschillende bewegingspatronen afhankelijk van doelen
Elk bewegingsdoel vereist een specifiek bewegingspatroon. Of we nu snelheid, kracht, uithoudingsvermogen of mobiliteit willen verbeteren, ons lichaam past zich aan en beweegt op een manier die het meest effectief is voor dat specifieke doel.
Aanpassingen bij pijn of blessures
Als we pijn hebben of een blessure hebben, passen we vaak onze bewegingen aan om verdere schade of pijn te voorkomen. Dit kan betekenen dat we onze houding veranderen, bepaalde bewegingen vermijden of alternatieve bewegingen gebruiken die minder belastend zijn voor het pijnlijke gebied.
Risicovermijding om vallen te voorkomen
Het vermijden van risico’s, met name het risico op vallen, wordt steeds belangrijker naarmate we ouder worden. We passen ons bewegingsgedrag aan om stabiliteit te behouden, valpreventie te bevorderen en onze algehele veiligheid te waarborgen.
Bewustwording en onbewuste aanpassingen:
Complex samenspel tussen botten, spieren, gewrichten, zenuwen en zintuigen
Ons lichaam functioneert als een complex systeem waarin botten, spieren, gewrichten, zenuwen en zintuigen nauw met elkaar samenwerken. Deze verschillende componenten zijn allemaal betrokken bij onze bewegingen en passen zich onbewust aan om ons zo vloeiend en efficiënt mogelijk te laten bewegen.
Onbewuste reflexmatige bewegingen
Veel van onze bewegingen, zoals het zetten van de ene voet voor de andere tijdens het lopen, zijn reflexmatig en gebeuren zonder bewuste controle. Dit is mogelijk dankzij de efficiënte samenwerking van onze spieren, botten, gewrichten, zenuwen en zintuigen.
Onderzoek naar loopgedrag door middel van computermodellen
Om beter inzicht te krijgen in ons loopgedrag en de effecten van veroudering hierop, wordt er op de universiteit onderzoek gedaan met behulp van computermodellen. Deze modellen stellen onderzoekers in staat om te analyseren hoe veranderingen in spierkracht, aansturing en andere factoren invloed hebben op ons loopgedrag. Dit helpt bij het ontwikkelen van strategieën en benaderingen om valrisico’s te verminderen en de mobiliteit te verbeteren.
Veroudering en de vergelijking met een Jenga-toren:
Achteruitgang in aansturing, spierkracht en zintuigen als blokjes die uit de toren vallen
Veroudering kan worden vergeleken met een Jenga-toren, waarbij elk jaar een blokje wordt verwijderd. Elk blokje vertegenwoordigt een aspect van ons lichaam dat achteruitgaat naarmate we ouder worden, zoals aansturing, spierkracht en zintuigen. Na verloop van tijd vallen er steeds meer blokjes uit de toren, wat resulteert in verminderde functionaliteit en verhoogde kwetsbaarheid.
Voorzichtiger bewegen om het risico op vallen te vermijden
Om te voorkomen dat de “Jenga-toren” van ons lichaam omvalt, passen we ons bewegingsgedrag aan en worden we voorzichtiger. We nemen meer voorzorgsmaatregelen, zoals het vasthouden van leuningen, het aanpassen van ons looppatroon en het vermijden van activiteiten die een hoog risico op vallen met zich meebrengen.
Conclusie:
Het aanpassen van ons bewegingspatroon begint al vroeg in het leven, ruim voor de ouderdom. Veroudering heeft invloed op verschillende aspecten van ons lichaam en leidt tot veranderingen in beweging. Onze botten en spieren worden brozer en zwakker vanaf de leeftijd van 30 jaar, terwijl onze aansturing en zintuigen al vanaf halverwege onze 20e levensjaren achteruitgaan. Deze veranderingen resulteren in aanpassingen in ons loopgedrag, zoals het nemen van kleinere stapjes en het breder lopen. We bewegen anders afhankelijk van onze doelen, passen ons aan bij pijn of blessures en vermijden risico’s om vallen te voorkomen.
Het bewustwordingsproces en de onbewuste aanpassingen in ons bewegingsgedrag zijn een complex samenspel tussen botten, spieren, gewrichten, zenuwen en zintuigen. Onderzoek met behulp van computermodellen helpt ons beter te begrijpen hoe veroudering ons loopgedrag beïnvloedt en stelt ons in staat om strategieën te ontwikkelen om de mobiliteit te behouden en valrisico’s te verminderen. Al met al is veroudering een geleidelijk proces dat onze beweging op verschillende manieren beïnvloedt, en het is belangrijk om hiermee rekening te houden bij het behouden van een gezonde levensstijl en het voorkomen van blessures.